1. Overwin je angst voor de groep
Bijna iedereen vindt het spannend om voor een groep te staan. En als je geleerd hebt om je angst te beheersen, dan heb je altijd nog wel een ultieme nachtmerrie. Iets wat heel eventueel zou kunnen gebeuren. Het voorkómen daarvan stuurt jouw gedrag, bewust of – waarschijnlijk – onbewust. Ken dus je valkuilen en je zwaktes. Ken je rode knoppen. Ken je reacties als het onveilig wordt: ga je in de aanval? Raak je in paniek? Of wil je het liefst vluchten? Weet wat jij moet doen als je overvallen wordt door angst. Voor iedereen is er een elegante manier om er zonder kleerscheuren uit te komen. Je hebt niet zoveel te verliezen, behalve je ego en je waardigheid. En misschien een klant.
2. Als de groep niet(s) wil, kun jij geen teamcoach zijn
En daarover valt geen compromis te sluiten. Als het team gesloten en behoudend is, en het niet over problemen wil hebben (die er overduidelijk wel zijn), moet je misschien een beetje meer confronteren en een langere adem hebben. Maar je kunt – en mag – niets beginnen als de groep niet wil. Zorg dat er draagvlak is, een ‘psychologisch contract’ voor jouw coach-aanpak. Wees niet gekwetst als de groep geen zin heeft, maar vraag je wel af wat jij dan nog te bieden hebt. Als je gaat doorduwen: prima, maar dan ben je sowieso geen coach.
3. Benader de groep als een systeem
Zie alle individuen afzonderlijk, maar kijk naar ze als delen van het geheel. Het systeem kent een eigen dynamiek en eigen patronen en heeft eigen behoeftes. Als je wilt ontwikkelen, zie dan de groep als een organisme, gericht op behoud (homeostase, conservatief). Weerstand tegen verandering is dus geen onwil, maar een gewoonte, een natuurlijke reflex. Wat mensen zeggen te willen veranderen kan soms door het systeem, onbewust, worden tegengesproken. Denk niet in oorzaak en gevolg maar in cirkels van causaliteit: dat helpt je meteen om weg te blijven uit het idee dat er een ‘schuldige’ is aan te wijzen voor een probleem.
4. Neem een rugzak met modellen mee
Een goeie teamcoach heeft een aantal modellen paraat die hij onmiddellijk op een flip-over kan zetten. Minimaal 10, liever 30. Verlaat je niet op één denksysteem, maar je hoeft natuurlijk niet alles te weten. Kies gewoon een aanpak en durf daarnaast te variëren en je intuïtie te gebruiken. Wetenschap over groepen is vaak waardeloos. Te beperkt, gebaseerd op geïsoleerde situaties (bijvoorbeeld gedrag op een booreiland) en er zijn te veel variabelen. Elke groep is uniek, maar je leert de patronen kennen. En dan kan een model veel helderheid verschaffen.
5. Werk met de onderstroom
Werk altijd met het betrekkingsniveau, hoor de boodschap, het appel achter de feiten, maar vergeet de inhoud niet: die blijft relevant. De onderstroom is geen doel op zich. Laat je niet meesleuren. Mijn motto is: haal naar boven wat moet, laat dáár wat kan. Meer over de onderstroom hier.
6. Verlies je onafhankelijkheid niet
Wees betrokken en aandachtig. Maar het teamprobleem is niet jouw probleem. Zodra je in de oplos-stand komt ontneem je het team een kans om te leren. Veel teams zullen proberen jou in hun werkelijkheid te (be)trekken. Dat doen ze vanuit een behoefte aan gelijkwaardigheid en aan gezamenlijkheid. Ze gaan jou overtuigen, of willen heel persoonlijk met je worden. Bewaak dan je professionele grens. Laat je niets op de mouw spelden. Wees geïnteresseerd in de werkelijkheid van het team maar accepteer deze niet klakkeloos. Het is juist hun eigen bouwsel van werkelijkheden waarin ook de problemen kunnen ontstaan. Maak je ook niet afhankelijk van het team in je wens om aardig (of competent) gevonden te worden.
7. Probeer van iedereen (een beetje) te houden
Die lastpak, dat ene probleemgeval, die chagrijnige klager; hij is slechts het ventiel van het systeem. Wees eerlijk… jij hebt vast ook zo je voorkeuren. Dat is menselijk maar niet professioneel. Geef iedereen een kans. Juist jij bent het voorbeeld om verschillen te overbruggen en groepscohesie te bevorderen. Vergeet niet dat mensen afwijzing heel scherp ruiken. Oh ja: houd ook van jezelf. Je mag dus wél fouten maken. En laat een team niet over je heen lopen, jou intimideren of beledigen. Nooit. Het beschadigt jou en het team leert dat er geen grenzen zijn.