Visies op coaching
Zo kijkt Insead bijvoorbeeld door de bril van het klinisch psychologisch paradigma. Uitgangspunt daar is dat het van belang is voor leiders om inzicht te hebben in de eigen biografie en de gedragspatronen die je gedurende je leven ontwikkeld hebt, omdat je die patronen anders onbedoeld op je collega’s uitleeft. Je directievoorzitter onbewust behandelt als je dominante vader, bijvoorbeeld.
Het IMD vindt het belangrijk dat leiders geconfronteerd worden met hun eigen gedrag in het hier en nu. Zij worden daarom geacht een 360–graden feedback instrument uit te zetten in hun organisatie en op een Zwitserse berg , onder leiding van coaches, een aantal groepsoefeningen doen. Deze worden op video opgenomen en nabesproken met een aantal collega’s en dezelfde coach.
De bril van Comenius en Avicenna is gekleurd door de aanname dat het verruimen van kaders en inzichten helpt bij het ontwikkelen van je eigen stijl. Hiervoor gaan ze op bezoek bij verschillende universiteiten. En de bril van Ashridge is vooral geslepen door de bekende psychotherapeut en counselor Carl Rogers en de systeemtheoretici en – net als bij Sioo – door de sociaal constructivisten.
En dan heb je natuurlijk nog de ‘authentic leadership’ programma’s zoals CALL en ALIA die een meer spirituele bril opzetten. Gebaseerd op de aanname dat leiders vooral moeten weten wat zij zelf willen brengen in deze wereld en dat zelfkennis daarvoor onontbeerlijk is.
Welke bril draag je als coach?
Ik ga hier natuurlijk wat kort door de bocht, want – zoals het bij therapeuten ook werkt – in de zaal met een trainer lijken de programma’s vaak meer op elkaar dan je zou verwachten op basis van de dominante theorieën en stromingen die worden gehanteerd.
En dat is maar goed ook. Want het coachen van executives vraagt het opzetten van verschillende brillen. En bewustzijn van welke bril je draagt als coach. En soms moet je deze bril blijmoedig afzetten. Executives op zoek naar een coach hechten vooral aan reflectieve ruimte, spiegeling en confrontatie vanuit verschillende perspectieven en het ontwikkelen van zelfkennis.
Hoe gaat dit dan precies, en wat vraagt dat van de coach? Dat is het onderwerp van mijn meest recente boek ‘Spiegel aan de top, over de praktijk van executive coaching’. Dit verkennende onderzoek naar coaching aan de top is gebaseerd op uitgebreide en persoonlijke gesprekken met bestuurders van grote organisaties, executive coaches en commissarissen en geeft een inkijkje in hoe reflectieve ruimte aan de top wordt gecreëerd middels coaching.
Reflectieve ruimte bieden
Maatschappelijk zeer relevant in organisaties die steeds meer onder druk komen te staan, en leiders die in onze huidige zondebokkenmaatschappij moeten zien te overleven. Het bieden van deze reflectieve ruimte vraagt het nodige van coaches. Deze moeten durven werken met de gevoelens die de executive bij ze oproept. Een goed inzicht hebben in het organisatiesysteem en niet te beroerd zijn om te sparren over organisatievragen. De executive liefst uit zijn of haar kantoor halen. En zich bewust zijn van diens kracht, zonder zich te laten intimideren.
Maar waar het volgens mij vooral om gaat is het kunnen voeren van een ‘moedig gesprek’, of je nu met individuele leiders of met directieteams werkt. Zonder dat je van te voren bedachte programma’s, instrumenten, modellen of methoden tussen jou en je cliënt inzet. Bij het coachen van executives gaat het om een ontmoeting tussen mensen die het over de onderwerpen hebben waar het op dat moment over moet gaan. Hoe rustiger je blijft en hoe meer containment je biedt, hoe mooier het gesprek. Waar over het algemeen niet alleen de executive, maar ook de coach van leert.
Prof. dr. Yvonne Burger is programmaleider van de postgraduate opleiding Executive Coaching van de Vrije Universiteit en werkt als organisatieadviseur en executive coach. Zie: www.yvonneburger.nl