Doelstelling
- Bespreekbaar maken van sluimerende onvrede of onuitgesproken (koude) conflicten.
- Bruggen slaan als het team verdeeld (in subgroepen) is geraakt.
- Vergroten van vertrouwen en verbinding tussen teamleden.
- Demonstreren dat wat het individu voelt meestal in de onderstroom ‘gedeeld’ wordt (“ik ben niet de enige”).
Stap 1. Introductie en spelregels
Vooraf: controleer of bij de teamleden voldoende bereidheid bestaat om deze oefening te doen. Wees daarom expliciet over de bedoeling en de verwachte uitkomst. Zoek daarbij een goede balans tussen ernst en lichtheid. Geef dus aan dat het om serieuze zaken mag gaan, en dat het tegelijkertijd opluchting kan geven. Om de ‘veiligheid’ te borgen spreek je enkele spelregels af. Deze kun je door het team zelf laten opstellen, maar je kunt ook een voorzet geven zoals: ‘vertrouwelijkheid van wat er gezegd wordt’, ‘neem verantwoordelijkheid voor je bijdrage’, ‘respectvolle feedback’.
Stap 2. Individuele voorbereiding
Vraag aan elk teamlid om het team te beschrijven aan de hand van de volgende metafoor:
- Stel je het team voor als een schip. Wat voor schip is het? Beschrijf op een vel papier in trefwoorden hoe het er uit ziet. Is het groot? Hoe is de conditie? Wat is het doel van het schip?
- Beschrijf dan de bemanning en/of de passagiers. Wat voor soort mensen zijn het? Hoe verhouden ze zich tot elkaar?
- Daarna verdiep je je in het water en het weer. Op welk water vaart het schip? Binnen of buitengaats. Is het water kalm of onstuimig? Hoe is het weer?
Je kunt de oefening eventueel ‘aankleden’ door een A4 ‘formulier’ te maken met ruimte voor deze vragen.
Stap 3. Gesprek in duo’s of trio’s
Vorm duo’s, of – als het team erg groot is – trio’s. Wissel de beschrijvingen uit en laat de partners elkaar om toelichting vragen. Alleen vragen ter verduidelijking zijn geoorloofd, geen oordelen.
Nu geef je het volgende stuk van de instructie pas:
- Zet een duikbril op en spring in het water van de boot van je partner (dus niet van je eigen beschrijving). Wat is er te zien daar? Wat ontdek je allemaal? (eventueel mag je hulpwoorden geven, maar wees daarmee terughoudend: zijn er vissen of planten? is er stroming? zie je wrakken of afval? ankers? zie je de bodem? et cetera).
Wissel de beschrijvingen uit. Stel elkaar weer vragen, en daarna maak je de overstap naar het eigen team.
- Wat zegt deze metafoor over het team? Hoe vertaal je de symbolen naar de werkelijkheid?
- Wat is er blijkbaar aan de hand in het team? Hebben jullie daarover vergelijkbare ideeën, of juist heel verschillend?
- Nu je dit met elkaar ‘opduikt’, geeft dat spontaan al ideeën over hoe je de bootreis leuker kan maken?
Stap 4. Plenaire uitwisseling
Bespreek de conclusies. Noem kort de metaforen, maar blijf daar nu niet te lang in hangen. Het gaat erom dat het team de onderstroom durft te benoemen.
Let op: soms krijgt de metafoor de overhand en wordt doel op zich. Zorg dat het team in deze stap concreet blijft en de werkelijkheid niet uit het oog verliest, anders schiet je alsnog het doel voorbij: de onderstroom naar boven halen.
Variatie – Je kunt deze oefening heel goed als geleide fantasie. Vraag iedereen rustig te zitten, de ogen te sluiten en zich een schip voor te stellen. Geef zo min mogelijk details, dan kan de fantasie ongestoord werken. Leid iedereen in rustig tempo door alle stadia van de metafoor heen. Het is verrassend te merken hoeveel elementen van de fantasie direct zijn te verklaren uit wat men van het team en van de onderstroom vindt.
2 reacties
Heeft iemand ervaring met deze mooie vorm? Ik wil de vorm binnenkort gebruiken, maar twijfel over de toepasbaarheid van stap 3.
Hoe werkt stap 3? Waarom is het nuttig om in andermans water te springen ipv in die van jezelf? Hoe ziet die stap er precies uit?
Dankjewel, zeer waardevolle werkvorm. Ik gebruik dergelijke metaforen graag, soms een schip, soms een bus, soms een kudde. Het helpt om meer bespreekbaar te maken dan wanneer open en bloot man en paard genoemd moeten worden.