Over open en gesloten vragen
Leg voordat je met de oefening begint het verschil tussen open en gesloten vragen uit.
Een gesloten vraag begint met een werkwoord (heb jij…ga jij…wil jij), een veronderstelling (ik denk dat…ben je het daarmee eens?) of een keuze (ga jij…of ik..). Gesloten vragen werken goed als je het gesprek wilt sturen, duidelijkheid wilt creëren, een samenvatting wilt geven of een afspraak bevestigd wilt krijgen. Gesloten vragen zijn dus sturend, doelgericht en snel.
Open vragen beginnen met; ‘wat, hoe, welke, waarom’. Waarbij de kanttekening bij ‘waarom vragen’ is dat deze snel suggestief en verwijtend zijn, wees hier alert op. Open vragen zijn helpend als je veel informatie wilt krijgen, ze leiden tot uitgebreide en verklarende antwoorden. Hiermee krijg je inzicht in de gedachtegang en overwegingen van de ander. Het stellen van open vragen geeft ruimte en diepgang aan het gesprek. Open vragen zijn dus oordeel loos, belangstellend en ruimte gevend.
Tip – Zorg dat je een aantal passende voorbeelden van beide typen vragen uit je mouw kunt schudden.
Instructie aan de deelnemers
- Het is tijd voor een experiment, jullie krijgen van mij allemaal een kaartje. Daarop staat jouw beroep.
- Dit lees je zelf niet, je houdt het zo voor je dat alleen de anderen het zien.
- Jullie lopen rond, als je tegenover iemand staat stel je elkaar één open vraag over je beroep.
- Je geeft alleen antwoord als de ander een open vraag stelt. Dus is het een gesloten vraag…dan zeg je niets, zelf geen ‘ja’ of ‘nee’.
- Na beide één vraag te hebben gesteld ga je op zoek naar iemand anders.
- Alleen als je je beroep denkt te weten mag je een gesloten vraag stellen, namelijk; ‘ben ik een…’
- Zegt de ander ‘nee’ dan ga je verder naar een ander. Zegt de ander ‘ja’ dan kom je bij mij een nieuw kaartje halen.
- De winnaar is degene die de meeste beroepen raadt. Duidelijk? Vragen?
Geef iedereen het eerste kaartje, zorg dat ze het zelf niet lezen. Let goed op dat er op gesloten vragen niet geantwoord wordt. Kijk hoe snel het gaat, leg de oefening stil als er genoeg geraden en gevraagd is.
Afronding, oogsten: Hulde aan degene die meeste beroepen heeft geraden! ?
Enkele variaties
De oefening kan je ook in tweetallen doen. De vraagsteller probeert zijn beroep te achterhalen door middel van het stellen van open vragen. Stelt hij een gesloten vraag of is hij langer dan 5 seconden stil dan wisselt de beurt. Wie de meeste beroepen raadt is wederom de winnaar.
Tip – Trio’s kunnen ook, dan is de 3e persoon scheidsrechter
In plaats van beroepen kun je ook een ander onderwerp kiezen. Kaartjes met een hobby, favoriete vakantiebestemming, lievelingsdier, enzovoorts. Als je liever bij onderwerpen van het team blijft is het wedstrijdelement weglaten en voor de interview variant kiezen een mogelijkheid. Het ene teamlid interviewt de ander over een relevant onderwerp, vanzelfsprekend alleen met gebruik van open vragen.
Tip – Hier is een observator nagenoeg onmisbaar, deze turft de open en gesloten vragen en kan achteraf feedback geven.
Nabespreking
- Hoe werd het alleen stellen van open vragen ervaren?
- Wat is de waarde van open vragen?
- Wanneer zijn open en wanneer gesloten vragen het meest zinvol? Relateer dit aan situaties, problematiek in het team.
- Eventueel afspraken maken over introductie van een open vragenronde in hun vergaderstructuur/besluitvorming
Over de auteur
Marieke werkt als (team) coach, trainer en projectleider. Begeleiding bij verandering en (persoonlijk) ontwikkeling zijn haar passie, waarbij ze liefst op maat trajecten verzorgt. Zij is bereikbaar via marieke.smith@planet.nl, 06-36151624. Marieke is tevens alumnus van de Erkende Leergang Teamcoaching van Teamchange.