Wat is waar?
Ja, wisten we dat maar. Filosofen twisten daarover, maar ook teamcoaches moeten zich er druk om maken. Wat stel dat je op zoek gaat naar kennis, modellen, adviezen en tips over ons vakgebied, dan is er verontrustend veel #FakeKnowledge op de markt. Bij het maken van het Handboek Teamcoaching en het Praktijkboek Teamcoaching kwam ik de volgende problemen tegen,
Plagiaat – Je wilt niet weten op hoeveel blogs ik dezelfde teksten tegenkom. Gewoon copy-paste. Behalve dat het niet netjes is worden daarmee de hieronder staande fouten eindeloos gekopieerd. Het aantal foutieve of ‘vergeten’ verwijzingen dat ik tegenkwam is schrikbarend hoog.
Onterechte toeschrijving – Een ernstig voorbeeld is het model van de leerstadia (bewust, bekwaam, onbewust, onbekwaam). Dat wordt overal aan Abraham Maslow toegeschreven maar is niet van hem. Het is van Noel Burch, van Gordon Training, en het is in de zeventiger jaren gemaakt. Een ander voorbeeld is het model van logische niveaus van ‘Bateson & Dilts’, dat niet van Bateson is. Dilts heeft ooit een college bij professor Bateson gevolgd en raakte geïnspireerd. Dilts beschrijft op zijn website keurig de evolutiestappen van het model, en hij eert Bateson, maar de duizenden ‘navolgers’ weten dat niet.
Verkeerd jaartal – Een veelvoorkomende fout is dat iemand verwijst naar een herpublicatie of naar een Nederlandse vertaling die vele jaren later is dan de oorsprong van een model of concept. Maakt dat uit? Jazeker. De inleiding van het laatste artikel van Kurt Lewis over groepsdynamica, uit 1947, maakt schrijnend helder hoe relevant het is dat zijn theorie direct na WOII ontstond. Hij spreekt de hoop uit dat de sociale wetenschappen zich snel genoeg zullen ontwikkelen, om de race te winnen van de natuurwetenschappen, die zoveel destructieve capaciteiten van de mens hebben vrijgemaakt. Hij noemt expliciet de atoombom.
Verwarrende weergave – Het TGI model van Ruth Cohn bijvoorbeeld, vind je met het ‘Thema’ wel en niet centraal in de cirkel, wat echt verwarrend is. De al genoemde logische niveaus van ‘Bateson’ & Dilts kom je tegen als trap, als piramide, zelfs als een ui. Een ui! Robert Dilts wilde de niveaus oorspronkelijk als een netwerk in piramidevorm weergeven (visualiseer de piramides van het Louvre).
Verschuivende uitleg – Het is niet altijd heel erg, maar wel goed om je te realiseren dat veel modellen in de loop van de tijd voor heel andere vraagstukken gebruikt worden dan waar ze voor gemaakt waren. Het model van Tuckman bijvoorbeeld, was altijd een ontwikkelmodel voor groepen maar is geruisloos een teamontwikkelmodel geworden. Het is dan ook geschikter voor tijdelijke, nieuwe teams dan voor bestaande teams. Albert Ellis maakt van Rationeel Emotieve Therapie (RET) later REBT, waarbij de B staat voor Behavioral: de nadruk ligt op het werken aan gedrag. In Nederland heet het doorgaans nog RET, in Amerika vaker REBT. Nog lastiger is het als mensen de naam van een model veranderen. In ons land kom je nu vaak Rationeel Emotieve Theorie tegen.
Kopiëren – Een mildere vorm van plagiaat. Het verhaal over functionele en disfunctionele rollen van Benne en Sheats (uit 1948), daarvan staat in boeken van Remmerswaal (1995) en van Antons (1976) exact dezelfde tekst. Niet een paar regels maar vier pagina’s. Ik weet dat zij hebben samengewerkt, maar dezelfde tekst onder verschillende auteursnamen?
Weerlegde conclusies – Steeds meer sociaalwetenschappelijke onderzoeken blijken jaren later weerlegd te zijn, maar worden nog steeds overal en nergens aangehaald. Het beroemde experiment van Zimbardo, over de gevangenen en de bewaarders, die er ‘spontaan’ een soort Nazi-kamp van zouden maken: dat blijkt toch echt anders te zijn geweest. Zo was de bewakers opgedragen om wreed te doen, dus het experiment begon al met toneelspel.
Evoluerend materiaal – Veel theorieën en modellen evolueren, wat soms verrijkend, soms vervreemdend werkt. Tuckman had eerst vier fasen van groepsontwikkeling en bedacht er een vijfde bij: Adjourning, afscheid. Belbin voegde pas veel later een negende teamrol toe, de Specialist. Alle (eerdere) variaties van zulke modellen kom je nog tegen.
Verwarrende variaties – Sommige modellen komen in zoveel varianten voor dat je de weg kwijtraakt. De drie (soms twee) learning loops, of leerniveaus zijn er in varianten van Bateson, Argyris & Schön, van Feltmann, van Senge, en van nog zeker 10 auteurs meer. Verbetercirkels zijn er ook in variaties, net als heel veel ‘gedragsstijlen’-modellen, waarbij op een of andere wijze taakgericht en relatiegericht op twee assen staan: van Hersey & Blanchard, Blake & Mouton en de Social Styles, om er maar een paar te noemen.
Ere wie ere toekomt
Met modellen en concepten kun je proberen terug te gaan naar de bron. Oefeningen en werkvormen ontstaan terwijl je aan het werk bent en daarbij veranderen ze ook nog al doende. Ik vind dat je met modellen en concepten je best moet doen om uit te zoeken waar ze vandaan komen. Met oefeningen en werkvormen heb je die verplichting ook, maar het zal veel moeilijker zijn om erachter te komen waar ze precies zijn ontstaan.
Waarom is die bron belangrijk? Net zo goed als een team in een context opereert is de context van kennis en van theorieën relevant voor die kennis en die theorieën. Neem bijvoorbeeld de Thema-Gecentreerde Interactie. Het levensverhaal van de schepper Ruth Cohn voegt veel toe aan het begrip van deze theorie. Verder is het natuurlijk niet oké om een model te gebruiken zonder bronvermelding. Ook als het je alleen maar om de inhoud gaat. Ere wie ere toekomt.
Hoe kom je aan ‘echte’ kennis?
Hoewel het in de sociale wetenschappen best moeilijk is om harde feiten te vinden, kun je wel je best doen om zo betrouwbaar mogelijke kennis te vinden. Dit zijn vijf tips.
Ga af op betrouwbare bronnen. Boeken zijn beter, wetenschappelijke artikelen nog beter, populaire artikelen een stuk minder. Als je van internet afhankelijk bent, ga niet te makkelijk af op wat één pagina beweert, en kijk áltijd in meerdere talen. Voorbeelden genoeg waarbij iedereen in Nederland iets van die ene foutieve bron gekopieerd lijkt te hebben.
Lees de publicatie zelf. Koop of leen dat boek, lees dat artikel. Veel kun je als PDF downloaden, klassieke boeken zijn vaak voor een prikkie als herdruk of tweedehands te krijgen. Veel ‘oude’ boeken, van niet te lang na WOII, zijn verrassend helder, fris en eigenlijk nog heel actueel.
Verdiep je in de bedenker. Lees dus iets over de achtergrond van de auteur. Het voegt echt waardevolle informatie toe aan de theorie, en het is altijd leuk om er kort iets over te vertellen aan je team.
Zoek contact met auteurs zelf als je vragen hebt. Ze vinden het vaak leuk om toelichting te geven (als ze nog leven).
En het beste: maak zelf een model of maak zelf een theorie. Doe aan kennisproductie, doe onderzoek, vat kennis samen tot een mooi plaatje. Wees wel origineel en ga niet na-apen.
2 reacties
Hoi Martijn,
In het kader van ‘Ere wie ere toekomt’, je beschrijft in je blog dat Martin Seligman het experiment met gevangen en bewaarders heeft uitgevoerd. Ik neem aan dat je hier het Stanford Prisoner Experiment van Philip Zimbardo bedoelt?
Hallo Jasper, je hebt helemaal gelijk. Alles door elkaar gehaald, goed dat je het even opmerkt!
Leestip: in het mooie boek van Rutger Bregman – De meeste mensen deugen – staat een uitgebreid verslag van de fraude die Philip Zimbardo (niet Seligman!) gepleegd heeft.
Ik pas het wel even aan in de tekst, maar laat je reactie gewoon staan.