Een aantal mensen zijn hard aan het werk, de rest wacht af. Er wordt wat uitgeprobeerd, als dat niet werkt probeert de groep het nog een keer. Een ander voorstel volgt. Het lukt niet, de frustratie wordt groter, het plezier verdwijnt maar ze houden stug vol. Er moet toch een oplossing zijn!
Doorgaans gaat alle aandacht van een groep die een opdracht aanneemt en een resultaat wil bereiken, naar de inhoud. Wat gaan we doen? En vrijwel altijd buitelen de inhoudelijke ideeën en procedurele interventies over elkaar heen.
- We hebben een leider nodig!
- We moeten precies afspreken wie wat doet.
- Om het handig aan te pakken lopen we wat harder.
- We doen even snel een rondje.
Doorgaans gaat alle aandacht van een groep die een opdracht aanneemt en een resultaat wil bereiken, naar de inhoud. Wat gaan we doen?
In het vuur van de strijd verliezen de teamleden elkaar steeds uit het oog, het resultaat wordt niet behaald, en mensen haken af…
De doorzetters hebben het gevoel dat zij het alleen moeten doen, dat er weerstand is en er veel afhakers zijn. Zelf zijn ze ook uitgeput van al het gedoe.
Ik teken een tafel op een flip-over en vraag: waar is jullie inbreng voornamelijk op gericht? Ze weten het meteen; boven tafel! Ik vraag ze de oefening te vervolgen maar dan al hun aandacht te richten op wat er zich afspeelt onder tafel. Verbaasde blikken…wat is dat dan? Wat zeg en doe ik dan?
De opdracht stokt, de energie lekt weg. Ik vraag ze om niet alleen te kijken, naar de inhoud. Maar ook naar wat er zich onder tafel afspeelt.
Het leren begint. Want er is zoveel te ontdekken in hoe ze met elkaar omgaan en hoe ze zich daarbij voelen. De verbinding met elkaar opzoeken voordat ze (weer) de doelen te gaan behalen.
En nog raarder: de opdracht lukt beter! In verbinding, met oog voor elkaar is de groep veel beter in staat de opdracht te vervullen. Magisch!
Er ontstaat veel meer ruimte, plezier en energie als er naast een aantal heldere regels en kaders ook focus is op: hoe werken we hier met elkaar? Dat er echte aandacht is voor elkaar, op elkaars wensen en behoeften. Er oog is voor wat maakt dat je even geen zin hebt om mee te doen. Dus van boven tafel (inhoud) naar onder tafel (hoe gaan we met elkaar om, hoe voelen we ons daarbij). Van bovenstroom naar onderstroom.
In verbinding met elkaar, ontstaat veel meer ruimte, plezier en energie. En is de groep veel beter in staat om de opdracht te vervullen. Magisch!
Termen als eigenaarschap, zelfsturing, eigen initiatief. Ik hoor ik ze zo vaak om mij heen, maar het daadwerkelijke gedrag in de samenwerking is vaak ver te zoeken; als we met elkaar gaan zitten om iets samen te bereiken, richt iedereen zich krampachtig op de regels en procedures.
Van stip naar stap hoorde ik laatst. Ja, een uitkomst voor ogen hebben en dan op pad; stap voor stap. Het doel als een stip maar bij elke stap in verbinding met elkaar. Hoe is het met de ander? Hoe is het met jezelf? Voel je je betrokken? Hebben jullie plezier? Durven jullie stil te staan om te reflecteren op hoe het gaat? Wat werkt wat niet? Wat kan anders? Wat houden we hetzelfde? Als een reis.
Tuurlijk zijn er tegenslagen en loopt het even niet. Gaandeweg kun je steeds je koers bijstellen. Kijken waar je bent, met wie, hoe het met jou en de ander is. Genieten van waar je bent. Wat wordt onze volgende stap?
De boven- en de onderstroom zijn er altijd beide, dus aandacht voor beide facetten zorgt voor het bereiken van het doel én aandacht voor de teamleden die aan het doel werken.